Vorige week nam het Europees Parlement een besluit over het invoeren van AI-wetgeving. Wat houdt dat in? En heeft dit invloed op de huidige ontwikkelingen van AI? In deze post gaan we erop in.
Hoewel dit nieuws logisch lijkt na alle ontwikkelingen in AI, kwam dit thema al veel eerder op tafel. Het wetsvoorstel werd voor het eerst ingediend in 2021. Het probleem wat toen het meeste speelde was het gebruik van gezichtsherkenning, omdat het de privacy kan schaden. Dit jaar zijn we meer bezig met de risico’s van generative AI, zoals onethisch gebruik van AI en conflicten met GDPR. Deze risico’s speelden dus nog lang niet toen dit wetsvoorstel werd ingediend. Inmiddels is het voorstel wel aangepast om ook deze risico's mee te pakken.
Ook generative AI wordt genoemd, waarbij het Europees parlement vooral van bedrijven verwacht dat ze de risico’s ervan signaleren en mitigeren.
Dus wat verandert er nu?
Er verandert op dit moment nog niks. Tussen het accorderen van de wet en het invoeren ervan zitten nog veel stappen. Voor 2026 treedt de wet nog niet in werking. Dit is natuurlijk een groot contrast met de snelle ontwikkelingen van AI-oplossingen. Er wordt dus gewerkt aan alternatieven, zoals een gedragscode. Verschillende Europese consumentenorganisaties, waaronder de Nederlandse consumentenbond, pleiten voor aandacht voor transparantie, mensenrechten en privacy bij AI-oplossingen zoals ChatGPT. Daarnaast hebben Europese landen mogelijk al een eigen wetgeving. In Nederland is het bijvoorbeeld niet zomaar toegestaan om schadelijke deepfakes te verspreiden.